“Stap eens wat vaker in de zijn-modus in plaats van de doe-modus”
Als regisseur van de uitdagende leeromgeving bij kindercentrum de Buitenhoeve in Eesveen en voormalig leerkracht op voorbeeldschool ’t Holthuus weet Yvonne Koldenhof als geen ander hoe je jonge kinderen in contact brengt met onderzoekend leren. Ze deelt haar kennis, ervaring en inspiratie via leernetwerken en haar eigen bedrijf ‘Roze Juf’ met collega’s, en via dit artikel ook met jou!
Een training over onderzoekend leren waarbij je zelf de hele middag op je stoel zit, daar begrijpt Yvonne niets van. “Ik begeleid leernetwerken rondom het jonge kind. Op inspirerende locaties zoals het Sprokkelbos in Lent ga ik met pedagogisch medewerkers, leerkrachten en andere geïnteresseerden praktisch aan de slag rondom de thema’s natuurbeleving, ontdekkend leren en de rijke leeromgeving. Ik laat de deelnemers zelf ervaren hoe heerlijk het is om van een stok een speer te maken of met natuurlijke materialen een kunstwerk te creëren. Zo komt het vlammetje dat binnenin hen wakkert, als vanzelf weer tot leven.”
Angst
Tijdens deze ontmoetingen blijkt vaak dat leerkrachten tegen dezelfde soort uitdagingen aanlopen. Ze durven bijvoorbeeld niet met onderzoekend leren aan de gang te gaan omdat ze bang zijn voor de reactie van ouders. Het kan namelijk gebeuren dat hun kind vies wordt, of dat er eens geen mooie werkjes aan de muur hangen. “Ik begrijp die angst, maar geloof tegelijkertijd dat het een kwestie van uitleggen is. Als je echt een cultuurverandering wil doorvoeren, dan moet je ouders daar tijdens de eerste rondleiding al in meenemen.”
Broeden
Wat op veel scholen ook nog ingewikkeld is, is het afwijken van bestaande programma’s. Iets waar Yvonne zonder moeite overheen stapt. “Het is zo’n schijnzekerheid dat je alleen door het doorlopen van een methode alle leerdoelen behaalt. Als we zouden durven vertrouwen op de natuurlijke ontwikkeling van kinderen, dan zijn er meer wegen die naar Rome leiden. Goed om daarbij te onthouden is dat niet al het geleerde direct tot uiting komt, soms moet je een kind er ook even op laten broeden. Let maar op: de gewenste output komt wel, alleen soms pas maanden later.”
Observeren
Tijdsdruk is ook een veelgehoord argument om niet met onderzoekend leren te starten. In een vol programma lijkt er geen ruimte om te observeren waar de interesses van kinderen liggen, te bekijken op welke manier ze het best leren en daar zelf en qua omgeving bij aan te sluiten. “Toch adviseer ik iedereen om minimaal eens per week op een stoel te gaan zitten en gewoon te kijken naar wat leerlingen doen. Als je wat vaker in de zijn-modus in plaats van de doe-modus stapt, krijg je zoveel waardevolle input.”
Blij
Leerkrachten die wel enthousiast zijn, lopen soms tegen een blokkade op omdat collega’s deze manier van werken niet zien zitten. Yvonne kijkt daarom altijd naar waar een persoon zelf blij van wordt en welke stappen hij of zij van daaruit kan zetten. “Eigenlijk precies zoals ik ook het liefst met kinderen werk. Sluit je aan bij iemands interesses, speel in op persoonlijke mogelijkheden en doe alleen wat bij je past. De motivatie voor onderzoekend leren moet van binnenuit komen, anders werkt het niet.”
Voeding
De leernetwerken zijn ook altijd een bron van inspiratie, iets wat volgens Yvonne essentieel is. “Je moet jezelf constant blijven voeden. Omdat dat je scherp houdt, je daar blij van wordt en het het leven een stuk makkelijker maakt. Ik raad deelnemers bijvoorbeeld altijd de boeken ‘Alle kinderen naar buiten’ van Marieke Dijksman en Jasper de Ruiter en ‘Leven en leren met kinderen’ van Deb Curtis en Margie Carter aan. Als je dan even niet weet wat je met een seizoen of thema aan moet, zoek je het daarin op.” Na afloop van elk leernetwerk maakt Yvonne een verslag van de ideeën en besproken thema’s. “Alles wat ik doe heeft een kop en een staart. Net zoals de cyclus van onderzoekend leren.”
Lees meer van Yvonne
“Wat is jouw visie op onderwijs?”
“Je moet op je bek durven gaan”