Diana Prins van De Lanteerne (Nijmegen)
‘Op het leerplein ontdekken en ontwikkelen kinderen hun eigen talenten’
‘Hoe werkt een katapult?’ Het is een van de vele vragen die bij de leerlingen van jenaplanschool De Lanteerne in Nijmegen opkomt nadat ze ter introductie van het thema ‘Middeleeuwen’ een filmpje over het verdedigen van kastelen hebben gezien. In de ateliers op het leerplein gaan ze met de uitwerking van deze en andere vragen aan de slag. Diana Prins is docent op de pabo en helpt basisscholen bij het ontwikkelen van goed Wetenschap- en Techniekonderwijs: “Leerlingen die werken aan een eigen leervraag zijn betrokken en stimuleren elkaar om buiten bestaande kaders te denken.”
Ateliers
Diana: “Een dagdeel per week werken leerlingen van De Lanteerne op het leerplein aan hun eigen leervraag. Het leerplein is een verzameling van tien ateliers waar kinderen activiteiten uitvoeren die niet in de klas te organiseren zijn. In de uitvinderij kunnen ze bijvoorbeeld gereedschap gebruiken, in de proeverij koken en bakken ze de lekkerste dingen en in de muziekruimte achterhalen ze de eigenschappen van verschillende instrumenten. Zo krijgen leerlingen de mogelijkheid om hun talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen.”
Prikkelen
“De leervragen van kinderen zijn altijd gekoppeld aan een thema. Wanneer we met een nieuw thema starten, prikkelen we eerst de nieuwsgierigheid. Door middel van een proefje, filmpje of toneelstuk dagen we leerlingen uit vragen met betrekking tot het desbetreffende onderwerp te bedenken. Het thema ‘Middeleeuwen’ begon voor de bovenbouw bijvoorbeeld met een toneelstuk, uitgevoerd door leerkrachten. Een van hen speelde de pest, een ziekte die nu niet meer voorkomt maar waar toentertijd veel mensen aan overleden. Er kwamen direct vragen op als ‘Waarom bestaat de pest niet meer?’ en ‘Kan de pest nog terugkomen?’. Op het leerplein ontdekten kinderen zelf de antwoorden.”
Leervragen
“Toen we vijf jaar geleden begonnen met het leerplein heb ik geïnventariseerd met wat voor soort vragen kinderen naar de ateliers kwamen. Het grootste deel (60%) bestond uit doe-vragen. Omdat we het belangrijk vinden dat leerlingen hoge orde vragen stellen en daardoor metacognitieve vaardigheden ontwikkelen, helpen we hen daarbij. We vragen door en denken na over het soort prikkel dat we aan het begin van het thema geven. Dat is namelijk bepalend voor het type vragen waar kinderen mee komen. Ook proberen we leerlingen in een cognitief conflict te brengen. Door ze even op het verkeerde been te zetten ontstaan de mooiste leervragen.”
Samen leren
“Op De Lanteerne staan samen werken, spreken, vieren en spelen centraal. Daarom maken de onder-, midden- en bovenbouw tegelijkertijd gebruik van de ateliers op het leerplein. Wanneer een leerling vastloopt kan een andere (oudere) leerling hem of haar helpen. We starten altijd met een gezamenlijke introductie waarin kinderen nogmaals worden uitgedaagd om zich te verwonderen. Vervolgens gaan ze met hun eigen leervraag aan de slag. Deze vraag en de manier waarop ze het antwoord willen achterhalen bedenken ze in de stamgroep, voorafgaand aan het werken op het leerplein. Ook de afsluiting gebeurt collectief. Kinderen delen hun bevindingen, want van elkaar kun je leren. In de stamgroep vindt achteraf nog een evaluatie plaats. Dat zorgt voor verrijking en er ontstaan nieuwe leervragen.”
Aanbod
“Kinderen werken op het leerplein niet alleen aan hun eigen leervraag, we bieden ook opdrachten aan. Anders weten ze niet wat er allemaal mogelijk is. Vorig jaar maakten leerlingen in de uitvinderij bijvoorbeeld een kabouter, die door middel van een krukas op en neer op zijn paddenstoel kon bewegen. Een paar maanden later zetten ze diezelfde techniek uit zichzelf in bij het maken van een carnavalswagen.”
Toekomst
“Omdat we de verbinding tussen het leerplein en de stamgroep graag willen vergroten, zoeken we naar manieren waarop we dat kunnen realiseren. Maar dat is niet het enige wat we aan het doorontwikkelen zijn. We blijven nadenken over het soort prikkel dat we kinderen kunnen geven, zodat ze meer toepassingsvragen bedenken. En pabostudenten en leerkrachten werken samen aan het opzetten van goed onderzoek. Zo delen we kennis in een leergemeenschap. Onderwijs kan namelijk altijd beter, maar ik ben ook enorm enthousiast over wat we de afgelopen jaren al hebben bereikt.”