Jacqueline de Fouw van Koningin Beatrix (Buren)

Techniek motiveert kinderen om te leren

Jacqueline de Fouw (directeur Basisschool Koningin Beatrix in Buren) kreeg als dochter in een gezin dat bergingsmaterialen verkoopt techniek met de paplepel ingegoten. Omdat zowel kinderen die doorstromen naar het vmbo als naar het technasium ermee aan de slag kunnen, brengt ze haar passie voor dit vak met liefde over op haar leerkrachten en leerlingen. “De maatschappij schreeuwt om creatievelingen die met hun handen of hoofd het verschil kunnen maken.”

The Leader in Me
Jacqueline: “Het is heel belangrijk dat kinderen leren hoe ze een breuk moeten oplossen en dat ze netjes kunnen schrijven. Maar ze hebben er nog veel meer aan als ze weten hoe ze op belangrijke momenten de juiste keuzes kunnen maken. Dat ze leren dat ze zelf aan de slag moeten om iets te bereiken, dat iedereen beter wordt van samenwerken en dat het belangrijk is om goed voor jezelf te zorgen. Daarom werken wij volgens de pedagogische leerlijn ‘The Leader in Me’. Aan de hand van de zeven gewoontes die veel mensen zullen kennen van Stephen Covey, ontwikkelen onze leerlingen vaardigheden gericht op persoonlijke groei en relaties met anderen. Binnen de veilige muren van de school kunnen ze daarmee oefenen.”

Ruggengraat
“De leerlijn ‘The Leader in Me’ werkt niet vanuit het kunnen, maar vanuit het zelf willen. Dat sluit naadloos aan bij de gedachte achter onderzoekend en ontwerpend leren: laat kinderen vanuit hun intrinsieke motivatie leren. Het is dan ook niet vreemd dat wij een aantal jaar geleden besloten om natuur, wetenschap en techniek structureel in het curriculum te verankeren. Samen met het KWTG zochten we naar een methode waarmee we techniek als rode draad door ons onderwijs kunnen laten lopen. Sindsdien vormt Binnestebuiten de ruggengraat van ons natuur- en techniekonderwijs.”

OhO-t
“Omdat het succes van dit onderwijs staat of valt met het enthousiasme van de leerkrachten, nemen we deel aan interessante projecten om hen te blijven voeden met inzichten en inspiratie. Zo brachten we vorig schooljaar een bezoek aan het iXperium in Nijmegen en de leerkrachtendag in NEMO, Amsterdam. Ook staat een kijkje in Willie Wortels Uitvinderij van Basisschool De Meent op de agenda. Maar ook voor leerlingen vullen we ons natuur- en techniekonderwijs graag aan met projecten. Via het KWTG kwamen we in aanraking met Onderwijs Helpt Onderwijs bij Talentontwikkeling (OhO-t). Vanuit dat initiatief hebben dit schooljaar studenten onderwijsassistent en techniek samen met onze bovenbouwleerlingen aan een energieproject gewerkt. Het was prachtig om te zien hoeveel spirit er van deze jongeren uitgaat. Daarnaast werkte het als een speer: leren zonder dat er een volwassene met zijn wijze neus bovenop zit.”

De echte wereld
“Het mooiste aan natuur- en techniekonderwijs vind ik dat elk kind aan zijn trekken komt en dat je leert dat je samen meer bereikt dan alleen. De een ziet bijvoorbeeld snel praktische oplossingen terwijl de ander goed is in verslaglegging. Hoe mooi is dat? Ook zorgt het voor verbinding met ‘de echte wereld’. Afgelopen week werd er in groep 6/7 bijvoorbeeld gesproken over de Olympische Winterspelen. De kinderen keken de schaatswedstrijd van Ireen Wüst en ontwierpen daarna een eigen bobsleebaan. Techniek motiveert kinderen om te leren, om talenten te ontdekken en verder te ontplooien.”

Lef
“Elke donderdagmiddag volgt onze bovenbouw een creatief circuit. Ze kiezen zelf waarmee ze aan de slag willen: van toneelspelen tot timmeren en van poppenkastpoppen maken tot elektriciteit. Ook doen we elk jaar mee met de Grote Rekendag. Ik vergeet nooit dat we een aantal jaar terug met een heel team aan leerkrachten in een auto zaten, omdat de leerlingen moesten inschatten hoeveel personen daarin passen. Het enthousiasme spat dan van alle gezichten – inclusief die van onszelf – af. Ik krijg weleens de vraag hoe we dit allemaal kunnen doen, naast al het andere wat moet. Volgens mij is het een kwestie van lef. Durf dat suffe taallesje maar eens te laten vallen. Schrijven leren ze ook als ze een verslag van een proefje maken.”